Jean-Claude Daoust: “Wij kennen heel veel gevallen van ondernemers die verkiezen hun activiteit te beperken. Dit is rampzalig: veel van die mensen zouden hun activiteit graag ontwikkelen, maar ze zien er van af omwille van de kosten en de administratieve verplichtingen.” krijgen. Dit moet verder worden ontwikkeld en wij pleiten voor een alternerende vorming, die vandaag nog steeds nagenoeg onbestaande is. Nochtans zou deze aanpak het leerproces veel levendiger maken voor de leerlingen die een abstract onderwijs grondig beu zijn.” Hij is de mening toegedaan dat alternerende vorming ook het ongunstig imago van technische beroepen kan ombuigen. “Iedereen weet dat de klassieke industrie op enkele uitzonderingen na niet meer in Brussel aanwezig is. Een stad als Brussel, die op dienstverlening is gericht, biedt ruimte voor andere technische beroepen, al was het maar voor het onderhoud van airconditioning, het leggen van vast tapijt, schilderwerk enz. Dit is werk voor een heleboel ondernemingen die geschoolde of minder geschoolde arbeiders tewerkstellen. Merkwaardig genoeg zijn weinig van die bedrijven die in Brussel werken, ook in Brussel gevestigd. Op de E40 krioelt het 's morgens van de bestelwagens, richting hoofdstad. Is dit te wijten aan een gebrek aan ondernemingszin? En dan is er nog de mentaliteit die wil dat iedereen een baan als beambte of kantoorbediende zou moeten vinden. Alternerende opleidingen kunnen hier verandering in brengen, geloof ik. Eenmaal ouders trots kunnen zijn op de dynamiek van hun kind dat bovendien van dit technisch beroep houdt, is de zaak rond! Bovendien worden er in ondernemingen die alternerende vorming aanbieden, veel mensen aangeworven!” Thierry Willemarck: “De onderneming moet haar verwachtingen duidelijker verwoorden. Alternerende vorming en stages bieden twee voordelen: enerzijds ontdekken leerlingen beroepen door de praktijk en anderzijds blijven de scholen op de hoogte van de ontwikkelingen binnen de bedrijfswereld. Bovendien krijgen de leerlingen een duidelijker kijk op de werkelijke tewerkstellingsmogelijkheden. Uit gesprekken met maatschappelijke assistenten die zich bezighouden met schoolverzuimende leerlingen, vernemen wij dat dit fenomeen vaak te wijten is aan een totaal onbegrip van het verband tussen de onderwezen stof en het beroep dat hiermee kan worden uitgeoefend. Dankzij de stages krijgt het onderwijs de praktijkgerichte dimensie die tot nu toe ontbrak.” BECI | ACTIVITEITENVERSLAG 2014 - 10 Struikelblok is wel het ontoereikend aanbod aan stages in ondernemingen. Hoe kan dit aanbod worden uitgebreid? “Hierbij moet met twee aspecten rekening worden gehouden”, antwoordt Thierry Willemarck. “Ten eerste, het type vaardigheid. Ik kan als baas van Touring geen stage aanbieden aan een leerling snit en naad of aan een student kunst en geschiedenis. Ten tweede, de beschikbare middelen. Stagiairs onthalen betekent omkadering en dus beschikbaarheid van gekwalificeerde medewerkers die ondertussen niet productief zijn. Het is een dienst die de onderneming aan de gemeenschap bewijst en die dus waardering of steun verdient. Dit geldt des te meer bij alternerende vorming. Wij moeten aan de overheid vragen waartoe ze bereid is om ons te ondersteunen.” Mobiliteit: hoog tijd Met de publicatie van zijn Witboek over mobiliteit eind 2013 heeft BECI het probleem aanzienlijk verduidelijkt: Brussel behoort tot de steden met de zwaarste verkeersoverlast ter wereld. Volgens Thierry Willemarck blijven er weinig tijd en middelen over om in te grijpen: “Het spoorverkeer is verzadigd. Waarom zouden we overstapparkings aanleggen en de mensen aanmoedigen er hun wagen achter te laten, als ze nadien toch niet in de trein kunnen stappen? Gelukkig kunnen we vandaag nog met een kleine vermindering van het aantal banden-concurrent.nl/">auto's het verkeer vlotter maken. We moeten deze kleine tijdspanne benutten om in alternatieven te investeren.” “De investeringen in het openbaar vervoer moeten op lange termijn worden volgehouden om overstapformules mogelijk te maken. Tegelijk zouden we ook het voorbeeld van andere landen kunnen volgen, waar in banden-concurrent.nl/">autosnelwegen werd geïnvesteerd. Dit is onder andere in Nederland gebeurd en vandaag presteert Rotterdam qua toegankelijkheid beter dan Antwerpen. Op kortere termijn moet het concept van rekening rijden worden gepromoot: het zorgt voor bewustwording bij de weggebruikers. Ik ben ook een voorstander van telewerk thuis, voor de ondernemingen die het aankunnen. En dan moeten wij ons heftig verzetten tegen het BWLKE, dat 25.000 parkeerplaatsen wil afschaffen. Wij moeten een gewestelijk parkeerbeleid ondersteunen, waar sommige gemeenten nog tegen gekant zijn. Laten we niet vergeten dat een derde van de wagens die in Brussel rondrijden, in feite op zoek is naar een parkeerplaats.” Jean-Claude Daoust vestigt de aandacht op de mobiliteit binnen Brussel: “Voor de werkgelegenheid is dit van belang. Iemand die in Molenbeek woont en in Ukkel wil gaan werken, moet drie vormen van openbaar vervoer gebruiken. Een bijzonder ingewikkelde verplaatsing. Tussen de Brusselse gemeenten is er ook een behoefte aan tangentieel vervoer, terwijl het huidige netwerk nog grotendeels stervormig is.” Het merk ‘Brussel’ efficiënter aanwenden Paradoxaal genoeg benut de sector van de internationale handel in Brussel slechts gedeeltelijk zijn potentieel, ondanks een wereldbekend ‘merk’ dat Brand Channel ter hoogte van 456 miljard dollar schat. “Het merk Brussel scoort ongelooflijk sterk, maar het Gewest schijnt dit onvoldoende te beseffen”, aldus Thierry Willemarck. “Onze exportstructuren verdienen te worden gereorganiseerd om efficiënter te werken. Wij zouden Pagina 11

Pagina 13

Heeft u een onderwijs magazine, magstream of digi spaarprogramma? Gebruik Online Touch: archief digitaal bladerbaar maken.

Activiteitenverslag 2014 Lees publicatie 10023Home


You need flash player to view this online publication