Sinds 1 januari 2014 werden in het raam van de Jongerengarantie, in samenwerking met Actiris en met de steun van de EU, 1.650 stages georganiseerd om een eerste bezoldigde beroepservaring te bieden aan de 12.000 jongeren die zich jaarlijks als werkzoekenden inschrijven. BECI ondersteunde dit initiatief met een oproep aan bedrijven die belangstelling tonen voor informatiesessies en individuele contacten. 4. SNEL SCHOLEN GAAN BOUWEN Volgens een studie van het Brussels Instituut voor Statistiek, zal de populatie van het kleuter- en lager onderwijs tegen 2015 met 13% toenemen. Dit betekent nagenoeg 30.000 bijkomende leerlingen in Brussel. Vandaag bereikt de bezetting van de scholen ongeveer 96% in het lager onderwijs en 98% in het kleuteronderwijs. Beide netwerken zullen hun capaciteit moeten uitbreiden, maar dit mag in geen geval de kwaliteit in het gedrang brengen. 5. DIVERSITEIT EN GELIJKHEID Discriminatie is in scholen niet toegestaan. De PISA gegevens bewijzen nochtans dat sommige scholen werkelijke getto’s zijn geworden. Tegelijk moeten verscheidene vormen van evenwicht worden behouden, onder andere op het vlak van de taal. BECI oordeelt dat hier duidelijke regels moeten worden uitgestippeld. Talrijke Brusselse ondernemers van Marokkaanse afkomst mobiliseerden zich bij BECI om concrete oplossingen uit te werken voor de problemen veroorzaakt door vooroordelen en ongelijkheden. Een permanente werkgroep wordt belast met de problemen die in verband staan met het onderwijs en discriminatie bij de aanwerving. 6. EEN OBSERVATORIUM VOOR HET ONDERWIJS De statistieken laten vandaag niet toe de resultaten en prestaties van de onderwijsstelsels in Brussel te vergelijken. Nochtans functioneren ze allemaal binnen dezelfde sociaal-economische realiteit en worden ze met dezelfde uitdagingen geconfronteerd. Een observatorium van het onderwijs in Brussel zou het mogelijk maken de evolutie en trends in het onderwijs op te volgen aan de hand van betrouwbare en vergelijkbare gegevens. l Gaëlle Hoogsteyn Drie vragen aan Etienne Denoël, directeur bij McKinsey België 1. Welke zijn de gemene troeven van de beste onderwijsstelsels doorheen de wereld? Dankzij ons internationaal zoekwerk hebben we die in vier categorieën ondergebracht: • Talentvolle mensen aanzetten leerkracht te worden (en te blijven). Dit is mogelijk dankzij strengere toegangsvoorwaarden voor de opleiding, een goed loon bij de aanwerving en de verbetering van het imago van dit beroep in de samenleving. • Een constante verbetering van de pedagogische technieken. Om dit te bereiken, moeten de praktische vaardigheden worden versterkt, niet alleen tijdens de opleiding, maar ook door het mentorschap van jonge leerkrachten, permanente vorming voor alle leraren, enz. • De samenstelling van kwalitatief hoogstaande directieteams dankzij een strenge selectie, een aantrekkelijke verloning, de ontwikkeling van leiderschap en een drastische vermindering van de administratieve rompslomp. • Het succes van alle leerlingen beogen. Dit kan door een meer resultaatgericht optreden. Scholen die met moeilijkheden kampen moeten sneller worden geïdentificeerd en geholpen. Dit geldt ook voor de leerlingen zelf. De landen die dit probleem hebben overwonnen hebben zich in grote mate toegespitst op de verbetering van de human resources. In Engeland en in Hongkong werd een zelfevaluatiesysteem ingezet. Om de drie à vier jaar ondergaan de scholen een inspectie- en evaluatiebeurt. Nieuw-Zeeland geeft voorrang aan transparantie met de regelmatige verschijning van een prestatieverslag. In Japan werken groepen leraren samen om het onderwijs van verscheidene vakken te verbeteren. 2. Wat was de aanpak bij onderwijsstelsels die gevoelig, duurzaam en op grote schaal werden verbeterd? We hebben een grondige studie verricht van 20 onderwijsstelsels die een verbeteringsproces hebben volbracht. We hebben nagenoeg 600 tussenkomsten van de regeringen en verantwoordelijken van deze onderwijsstelsels in kaart gebracht. Uit deze gegevens halen we bijvoorbeeld de volgende conclusies: • Ongeacht het vertrekpunt kan een onderwijsstelsel in zes jaar tijd aanzienlijke vooruitgang boeken, los van de geografische of culturele context of de ingezette hulpmiddelen. • De vereiste maatregelen hangen af van het prestatieniveau in het begin. De meest doeltreffende aanpak bestaat er niet in de beste onderwijsstelsels na te bootsen, maar eerder voorbeeld te nemen op andere systemen die succes hebben geboekt met een vergelijkbaar prestatieniveau in het begin. Het volstaat niet dat systemen een aantal bewezen formules toepassen: de aard van de initiatieven die verbetering mogelijk maken, verandert constant tijdens het proces. • De meeste hervormingen hebben betrekking op de werkmethodes op het terrein, eerder dan centrale ingrepen zoals reorganisaties of verschuivingen in de toekenning van resources. Daartegenover vertelt ons onderzoekingswerk van de afgelopen 20 jaar dat de meeste ingrepen van regeringen en beleidsmensen van de FWB betrekking hadden op structuren en resources. 3. Waarom begint een land, een gewest of een onderwijsstelsel aan een veranderingsproces? In de 20 stelsels die wij hebben bestudeerd, gaven één of meerdere evoluties van de context de aanzet tot hervormingen: een economische of politieke crisis, een negatief verslag over de prestaties van het onderwijsstelsel of de toetreding van nieuwe politieke beleidsmensen. Politieke wil, moed en de professionalisering van de beleidsmensen brachten in de meeste gevallen een veranderingsproces op gang. De toetreding van nieuwe beleidsmensen volstaat natuurlijk niet. Wanneer ze hun nieuwe verantwoordelijkheden opnemen, moeten deze beleidsmensen een samenhangend stappenplan volgen om het verbeteringsproces verder te zetten. De onderwijsstelsels die wij hebben bestudeerd bereiden bovendien de volgende generatie van beleidsmensen voor om op die manier een vlotte overdracht van het leiderschap te verzekeren en de voortzetting van de hervormingen te garanderen. Shanghai hoort bij de onderwijssystemen die de grootste vooruitgang hebben geboekt. In dit gebied dat volop in ontwikkeling is, heeft de overheid het noodzakelijk geacht in het onderwijs te investeren. Zuid-Korea en Singapore bewijzen dat elk onderwijsstelsel kan worden verbeterd en goede resultaten kan bereiken, ook na jarenlange teleurstellende prestaties. In België staan we aan het begin van een nieuwe legislatuur. De wil van de regering van de FWB, zoals vermeld in de GPV 2014-2019, maakt gewag van een “tienjarig pact voor een voortreffelijk onderwijs”. Een veelbelovende eerste stap, vind ik. 19 - ACTIVITEITENVERSLAG 2014 | BECI Pagina 20
Pagina 22Heeft u een krant, online publisher of digitale whitepapers? Gebruik Online Touch: brochure online bladerbaar maken.
Activiteitenverslag 2014 Lees publicatie 10023Home