TOPIC FINANCIERING VAN DE ONDERNEMING De toekomst van uitbreidingssteun Op welke subsidies kan ik aanspraak maken? Bij welke structuur moet ik aankloppen? Wat zijn de voorwaarden? Het is bijzonder moeilijk om zulke vragen te beantwoorden. De subsidiërende organisaties en de bestaande formules zijn in Brussel namelijk verschrikkelijk versplinterd. Op het gewestelijk grondgebied zouden er 123 dergelijke steunmaatregelen bestaan, aangeboden door 60 verschillende structuren, aldus de bevoegde minister Didier Gosuin, die vastberaden is om hier de korte metten mee te maken. S inds het begin van zijn mandaat kondigt Didier Gosuin een reorganisatie en vereenvoudiging van het publieke steunstelsel aan. “Er bestaan te veel instellingen en aanbiedingen (...) Het aanbod is overdreven uitgebreid, met heel veel overlappingen”, verklaarde de minister op Télé Bruxelles. Te veel ingangen. De hervorming zou in een nabije toekomst op een vereenvoudiging moeten uitmonden. Het kabinet van de minister weigert voor het ogenblik elke vorm van commentaar. De hervorming is trouwens nog niet rond. Toch weten wij nu al dat de subsidiërende instellingen worden gereorganiseerd, dat er een nieuwe aanpak komt voor de toekenning van uitbreidingsteun en dat ook aan de voorwaarden wordt gesleuteld. De ondernemingen vrezen dat deze ‘vereenvoudiging en rationalisering’ gepaard gaan met een vermindering van de steunmaatregelen, die soms zeer nuttig of zelfs vitaal blijken. Volgens BECI Algemeen Coördinator Xavier Dehan, vormen de subsidies “het enige financiële middel – buiten de leningen en kapitaalparticipaties van Brussels Finance – van het Gewest voor de ondernemingen. Brussel heeft fundamenteel geen controle op de fiscaliteit.” Xavier Dehan, Algemeen Coördinator van BECI. De subsidies van Brussel Economie en Werkgelegenheid (de vroegere GOB), waarvan de voornaamste de naam ‘uitbreidingsteun’ kregen, zijn de belangrijkste: “Innoviris levert een schitterende service maar richt zich tot maximaal 300 ondernemingen, dus minder dan 1% van de 35.000 ondernemingen in ons Gewest – de zelfstandigen uitgezonderd. En de premies en steunmaatregelen die Leefmilieu Brussel aanbiedt, zijn eerder van aanvullende aard”, aldus Xavier Dehan. Er bestaan twee types uitbreidingssteun: voor algemene investeringen en voor specifieke. “De algemene investering betaalt alle uitgaven die betrekking hebben op de acquisitie en de volle eigendom van de gebouwen, de uitrusting en, eventueel, software, voor een vennootschap. Al wat te maken heeft met leasing of de aanwerving van personeel is bijvoorbeeld uitgesloten. De subsidie blijft beperkt tot 15% (of het dubbele voor ondernemingen die zich in de Ontwikkelingszone bevinden (de afbakening hiervan staat op de website van Brugis)). De basis van de subsidie bedraagt in feite 7,5% van de investering, met daarbij een 'bonus' van 2,5% in functie van een aantal criteria zoals de creatie van banen, het startersstatuut enz. Dat staat allemaal zeer duidelijk uitgelegd op de website van BEW!” Subsidies voor specifieke investeringen zijn voor een welbepaald project bestemd. “Meestal hebben ze te maken met de bescherming van het milieu. Het bedrag ligt hoger dan wat Leefmilieu Brussel aanbiedt. Ondernemingen proberen doorgaans eerst specifieke investeringssteun te verkrijgen en, ingeval van weigering, richten ze zich tot Leefmilieu Brussel. In het geval van investeringen voor bodemsanering, benadert de onderneming best onmiddellijk Leefmilieu Brussel.” Didier Gosuin is vastberaden de Brusselse subsidies te hervormen. Doeltreffend? Ondernemers blijven best op hun hoede: subsidies verkrijgen is nooit gemakkelijk en nooit gegarandeerd bij de opstart van een project. “Bij de aanvraag van subsidiëring gaat u best even nauwgezet te werk als wanneer u een lening bij de bank aanvraagt. U moet de procedures volgen, termijnen naleven en alle bewijsstukken bijhouden. Zelfs professionals vergissen zich soms.” De vraag is of zulke subsidies de Brusselse economie werkelijk ondersteunen. Of zijn ze een nutteloze geldverspilling? “Ik ga hierop zeer voorzichtig antwoorden”, zegt Xavier Dehan. “Over dit onderwerp bestaat er in feite geen enkele studie. De omzet van gesubsidieerde ondernemingen zou over meerdere jaren moeten worden onderzocht en vergeleken met de sector. Dit is werk voor universiteiten, maar voor het ogenblik is dit niet gebeurd.” ● BECI - Brussel metropool - april 2016 41 Pagina 42
Pagina 44Heeft u een lesmateriaal, digitaal bladeren of ecursussen? Gebruik Online Touch: jaarverslag naar een digitale publicatie omzetten.
2016.04 Brussel Metropool Lees publicatie 10093Home