De top van de Brusselse ondernemingen Een toelichting bij de rangschikkingen BECI publiceert voor de eerste keer een aantal rangschikkingen van de Brusselse ondernemingen. Een goede interpretatie ervan is mogelijk voor zover ook de context bekend is. Onze rangschikkingen steunen namelijk op gegevens uit de Balanscentrale van de Nationale Bank, die de jaarrekeningen inzamelt van nagenoeg alle in België actieve vennootschappen. ‘Nagenoeg’ betekent dat een aantal ondernemingen hieraan ontsnappen; dit is grotendeels het geval voor de bank- en de verzekeringssectoren, die beide in Brussel van groot belang zijn. Bovendien werken wij met niet geconsolideerde cijfers. Dit betekent dat meerdere dochterondernemingen van eenzelfde bedrijf in een rangschikking kunnen verschijnen. Ook moet u weten dat deze cijfers een soort ‘momentopname’ zijn. Ze weerspiegelen de situatie van ondernemingen op een bepaald tijdstip, namelijk op de datum waarop de rekeningen werden neergelegd. Rekening houdend met de termijnen eigen aan het publicatieproces, hebben we meestal te maken met de cijfers van december 2013. Sommige bedrijven hebben de rekeningen onvolledig of laattijdig neergelegd. Wij konden natuurlijk enkel gebruik maken van de beschikbare gegevens toen wij de rangschikkingen hebben uitgewerkt. Aan de hand van dit cijfermateriaal hebben wij vijf ‘Tops’ samengesteld: rangschikkingen volgens omzet, nettowinst, groei, personeelsbestand en ten slotte de ‘Top van de bijdragers’. Nogmaals moeten we bepaalde nuances aanbrengen. De rangschikking volgens personeelsbestand vertelt ons wie de grootste werkgevers in Brussel zijn, maar met het zeteleffect werd geen rekening gehouden. Het personeel van het bedrijf met meerdere inplantingen in België, van Oostende tot Aarlen, maar waarvan de zetel in Brussel is gevestigd, zal als volledig Brussels worden beschouwd. Omgekeerd ontsnapt het Brusselse personeel van een elders in het land gevestigd bedrijf aan onze analyse. Dit zijn de beperkingen van de beschikbare data. Wat de groei van de omzet betreft, hebben wij ons opzettelijk beperkt tot bedrijven die minimaal één miljoen euro omzet aangeven. Wij hebben dan de groei in absolute waarde over de drie jongste boekjaren gemeten. Waarom een absolute waarde en geen percentage? Omdat het groeipercentage van een omzet van 10 miljoen euro moeilijk kan worden vergeleken met de groei van een omzet van 150 miljoen. De werkgevers zijn grote bijdragers Onze vijfde rangschikking focust op de grootste Brusselse bijdragers. De lijst hebben wij opgesteld aan de hand van de optelling van de vennootschapsbelasting (door aftrek van de winst vóór en na belasting) en van de werkgeversbijdragen, geschat in functie van het personeelsbestand. Deze rangschikking houdt geen rekening met regionale en gemeentelijke belastingen, de btw enzovoort. Terwijl de publieke opinie veel aandacht vertoont voor bedrijven “die geen belastingen betalen”, komt onze rangschikking tot de vaststelling dat sommige bedrijven integendeel heel veel betalen. De top 50 van deze rangschikking heeft samen gedurende het jongste boekjaar nagenoeg 3,7 miljard euro aan de gemeenschap betaald. Drie miljard zeshonderd negenenzestig miljoen euro. Indrukwekkend. Deze rangschikkingen vullen wij aan met de portretten van vier Brusselse ondernemingen ‘van aanzien’. Ze staan alle vier in de rangschikkingen, soms op onopvallende plaatsen, maar hun activiteiten zijn kenmerkend voor de vele facetten van de Brusselse economie vandaag. Zo hebben Cofely Fabricom, een dochteronderneming van GDF Suez, en CIT Blaton ganse stukken van Brussel gebouwd. Worldline en zijn betalingsoplossingen spelen een vitale rol in de handelsverrichtingen. Afvalbeheerspecialist SITA is een voorloper van een stedelijke economie die zijn eigen hulpbronnen recyclet. Zulke bedrijven zijn het ontdekken waard. ● Emmanuel Robert Pagina 24

Pagina 26

Scoor meer met een web winkel in uw brochures. Velen gingen u voor en publiceerden onderwijscatalogi online.

Brussel Metropool - Januari 15 Lees publicatie 10023Home


You need flash player to view this online publication